In de Sovjettijd veranderde het schrijven als vak of hobby volledig. Mensen die nog nooit hadden geschreven moesten het opeens leren. En mensen die hun hele leven hadden geschreven, werd juist dát hen verboden. De Bolsjewieken wilden het hogere 'bourgeois' kader vervangen door werknemers uit de boeren- en arbeidersklasse. Daarom moest het proletariaat leren wat een beleidsnota was, wat propagandamateriaal en hoe socialistisch-realistisch schrijven eruit zag. De 'Letterkundige Avondacademie voor de Arbeidersklasse' en de universiteiten werden primair opengesteld voor het proletariaat. Het doel was een nieuwe klasse van Sovjetintelligentsia te creëren die de oude intelligentsia kon vervangen. Deze nieuwe klasse groeide hard: in 1928 had maar een kwart van alle Sovjetstudenten een proletarische achtergrond, in 1935 al 45%. Op elk Sovjetkantoor en in elk dorp werd enorm veel geschreven. Alle decreten van bovenaf moesten worden herschreven in de vorm van voorschriften en invulformulieren voor de Sovjetraden, voor de kolchozen en sovchozen, voor de Goelag-strafkampen en voor de industrie. Wat deden diegenen die niet meer mochten schrijven? En wat voor soort schrijvers leverden de nieuwe opleidingen af?
De oude intelligentsia kon voortaan alleen nog zwaar gecensureerd publiceren via de Gosidat, de staatsorganen. Zelfs hun typemachines dienden ze te registreren. Voor velen betekende dat het einde van het schrijven. Sommigen hadden geluk nieuw schrijfwerk te vinden in bibliotheken, archieven en musea of gingen thuis vertaalwerk doen. Russische dichters zouden evenwel niet zo beroemd zijn geworden, als zij en hun omgeving niet zo vindingrijk waren geweest. Anna Achmatova (1889-1966) had in Sint Petersburg voortdurend huiszoekingen te verduren omdat ze niet wilde buigen voor de Sovjeteisen. Ze werd er zo depressief van dat ze 13 jaar lang helemaal niet schreef. Uiteindelijk leerde ze haar gedichten uit haar hoofd en reciteerde ze in besloten gezelschappen. Een dichter moest volgens haar juist in moeilijke tijden een stem blijven geven aan het lijden van het volk. Nadezjda Mandelstam (1899-1980) deed hetzelfde met de gedichten van haar man Osip Mandelstam, nadat hij in 1938 op weg naar de Goelag was gestorven. Toehoorders schreven de gedichten over en zorgden er via ingenieuze wegen in de vorm van de verboden Samizdat - zelfpublicatie - voor, dat ze nu nog steeds bestaan. Bekend is de uitdrukking van de dissidente schrijver Vladimir Boekovski (1942-2019): "Ik schrijf zelf, ik redigeer zelf, ik censureer zelf, ik distribueer zelf en ik zit zelf ook de gevangenistijd ervoor uit." Het clandestiene werk zag er aan de buitenkant lelijk uit, met onopvallende omslagen en slecht getypte pagina's. Maar zijn maatschappelijke impact was enorm.
Dat gold echter niet voor het schrijfwerk van de Sovjetintelligentsia. Universiteiten en andere opleidingen voor boeren en arbeiders hadden geleid tot een relatief hoog opgeleide Russische bevolking. Maar ook tot een bevolking van pragmatici die had geleerd zich te conformeren aan het heersende bewind. In Het huis van de regering (2017) laat Ruslandhistoricus Yuri Slezkine zien hoe in de jaren '30 deze aanvankelijk ideologisch gedreven Sovjetintelligentsia veranderde in een klasse die alleen nog maar schreef omdat het van hogerhand moest. De stapels papierwerk dienden vooral om de eigen verantwoordelijkheid zoveel mogelijk te ontlopen. Ruslandkenner Orlando Figes zegt het treffend: "Dit was niet langer de Dictatuur van het Proletariaat, maar de Dictatuur van de Bureaucratie." Meedraaien in het systeem verschafte Sovjetschrijvers vooral goede materiële voorzieningen, gezag en macht. Maar zekerheid dat dat zo zou blijven hebben ze nooit gehad.
Verwante blogs:
Stalinisten schreven ook dagboeken (juli 2016) (met video van Anna Achmatova)
'Ben ik een gecultiveerd persoon?' (april 2017)
Hoe individualistisch kunnen Russen nog zijn? (feb 2020) (met video van Nadezjda Mandelstam)
YouTubefimpje: Interview met Yuri Slezkine aan Princeton Universiteit,VS, over Het huis van de regering: ' A vivid account of the personal and public lives of Bolshevik true believers, the book begins with their conversion to Communism and ends with their children’s loss of faith and the fall of the Soviet Union.' (2017)