Politieke onverschilligheid voor wat er echt toe doet is veelal onverdraaglijk. Menige Rus wijst als verklaring voor de alom aanwezige desinteresse voor de Oekraïne-oorlog op de constante overlevingsmodus waarin de meeste van zijn landgenoten verkeren. Arnon Grunberg heeft in dit opzicht weleens gepleit voor het recht op onverschilligheid: "Moet iemand die druk is met werk, gezin en mantelzorg ook nog enorm betrokken zijn bij al het leed in de wereld?” De Russische schrijver Alexander Snegirjov (1980) wijst daarnaast op het recht om te zwijgen. Want de plicht je uit te spreken doet hem te veel denken aan een 'echte Sovjettraditie'. Verklaart dit de huidige onverschilligheid voldoende? Een belangrijke aanvulling vormt een recent artikel waarin Denis Volkov, directeur van het onafhankelijke Russische opiniebureau Levada en Andrej Kolesnikov, senior fellow bij de westersgezinde Carnegie Endowment for International Peace, concluderen dat Russen deze onverschilligheid in twee jaar Oekraïne-oorlog ook hebben 'geleerd'. De titel luidt: Alternate Reality: How Russian Society Learned to Stop Worrying About the War. Is het daarmee ook mogelijk enig begrip op te brengen voor deze onverschilligheid?
Het artikel van Volkov en Kolesnikov is gebaseerd op in hun ogen betrouwbare enquêtes, interviews en focusgroepen, die eerst bevestigen wat we al vermoedden: een meerderheid van de Russische bevolking houdt zich steeds minder bezig met de Oekraïne-oorlog en toont vooral onverschilligheid. Beslissingen van het regime worden op voorhand goedgekeurd, hoe onderdrukkend of tegen het algemeen belang ze ook zijn, want het regime zou het beste weten wat moreel juist is en goed voor het land. Dit heeft diverse redenen, maar is vermoedelijk een combinatie van gevoelens van kwetsbaarheid en extreem nationalisme. Volgens de auteurs zijn veel Russen 'te weinig geëmancipeerd' om onderscheid te kunnen maken tussen regimebelangen en het algemeen belang. Zorgen om het militair kwetsbaar geachte Rusland en plichtsbesef ten aanzien van het regime prevaleren. En het is de oorlog die deze perceptie heeft blootgelegd.
Volkov en Kolesnikov noteren voorzichtig - wellicht omdat beiden (nog) in het land verblijven - dat de belangen van het regime 'niet noodzakelijkerwijs synoniem zijn met die van het land'. Op het moment zelfs tegengesteld, zou ik zeggen. Het pijnlijke is dat niet veel Russen deze kijk op de zaak delen. De Russische propaganda is dermate effectief dat eerder een fictieve werkelijkheid wordt geloofd, namelijk die waarin Rusland zich moet verdedigen tegen het agressieve Westen, dan de feitelijke werkelijkheid waarin Oekraïne zich moet verdedigen tegen het agressieve Rusland. Het Kremlin heeft de oorlog zodanig 'geframed', dat de meerderheid bovendien gelooft dat ze er buiten kan blijven zolang ze niets onderneemt dat als Ruslandvijandig kan worden opgevat. De gevolgen van deze politieke onverschilligheid zijn in mijn ogen gevaarlijk. Want ze impliceren niet alleen toenemende aantasting van de werkelijkheidszin, maar ook van de publieke moraal.
Link naar artikel Alternate Reality: How Russian Society Learned to Stop Worrying About the War (2023)
Verwante blogs:
Het ongemakkelijke oorlogsdagboek van een Moskouse schrijver (nov 2023)
Waarom lijden Russen zoveel meer dan wij? (okt 2016)
Youtubefilmpje: Discussievideo ‘Learned indifference: How Russians adapted to war’ (Russia Carnegie Centre 291123): ‘Carnegie Politika podcast host Alex Gabuev is joined by Denis Volkov, director of the Levada Center in Moscow, and Andrei Kolesnikov, a senior fellow at the Carnegie Russia Eurasia Center, to discuss their new paper for Carnegie Endowment, "Alternate Reality: How Russian Society Learned to Stop Worrying About the War."