Waar is toch die idyllische Russische boerenstand gebleven?
In de Sovjetperiode vernietigde de collectivisering van de landbouw de boerenstand en daarmee de eeuwenoude mir. Een betreurenswaardige zaak, want dit zelfvoorzienende boerencollectief functioneerde immers goed? En dit kwam toch vooral door de 'diepste zedelijke instincten en traditionele waarden' van de Russische boer? Ja, zo staat het per slot van rekening in menig geheugen gegrift. Maar klopt dit beeld wel en volgens wie dan? En wat waren de gevolgen?
Het beeld van de idyllische mir stamt uit midden 19de eeuw. Toen gebruikten diverse Russische schrijvers de mir om er hun politieke idealen mee te realiseren. Het ging vooral om de zogeheten Westerlingen, zoals Herzen, tegenover de Slavofielen, zoals Dostojevski. Beiden wilden een maatschappijstructuur waarvan de mir volgens hen de natuurlijke basis vormde: bij de Westerlingen sociale gelijkheid, bij de Slavofielen een exclusief Slavisch Rusland. Herzen beschouwde de mir als een 'pre-kapitalistische' maatschappij waarop een socialistische samenleving op 'organische' wijze kon worden uitgebouwd én als 'bliksemafleider' tegen politiek geweld. Dostojevski zag iets heel anders in de mir, namelijk een conservatieve en spirituele wal tegen Europees individualisme en decadentie. Maar beiden waren het erover eens dat de mir rechtstreeks voortvloeide uit de mentaliteit van de Russische boer en juist daarom zo goed functioneerde. Deze onder de elite breed gedeelde opvatting heeft het idyllische beeld van de mir bepaald.
Maar dit heeft weinig te maken met de échte werkelijkheid. De mentaliteit van de Russische boer kwam namelijk niet voort uit zijn 'diepste zedelijke instincten', maar uit de politieke geschiedenis van Rusland. Wat wel klopte was het collectieve gebruik van de mir-grond. Maar dan dien je er wel meteen bij te bedenken dat deze grond geen eigendom was van de boeren maar van de adel en dat de adel altijd het laatste woord had. De boeren waren bovendien vaak lijfeigenen, die de meeste tijd voor diezelfde adel gratis moesten werken. Eenmaal toegewezen bleven grond, huizen en werktuig wel eigendom van de mir. De mir kende een bestuur, bestaande uit familiehoofden en de dorpsoudste. Afhankelijk van de omvang van het huishouden wees het bestuur mir-land toe voor privébewerking. Via krugovaya poruka, een sociaal systeem van onderling vertrouwen, rouleerde deze grond voortdurend, zodat iedereen ook een keer de beste grond kreeg.
Maar begin 18de eeuw veranderde er iets wezenlijks, omdat er vanaf toen ook over mir-grond belasting moest worden betaald. De heffing verliep via hetzelfde systeem van krugovaya poruka: het bestuur liet de boer met op dat moment de beste grond het grootste aandeel van de gezamenlijke belastingen betalen. Het collectief grondgebruik pakte toen vooral voor de staat handig uit: gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en sociale controle zorgden ervoor dat er voldoende belastingen konden worden geïnd. En juist hierover ontstonden de meeste conflicten. Na de afschaffing van de lijfeigenschap in 1861 veranderde er weinig. En toen in 1906 de mir-belasting werd afgeschaft was het te laat. Het sociale systeem van de mir was toen al op sterven na dood en de collectivisering gaf er slechts de doodsteek aan. Uitgezonderd enkele bloeiende grote boerenbedrijven is de gehele landbouworganisatie van weleer verdwenen. Succesvolle landbouw vind je tegenwoordig hoofdzakelijk op de eigen moestuin. Maar krugovaya poruka, dat voortvloeit uit de mir, heeft nog steeds diepgaande invloed op de Russische samenleving. Nu werkt men vooral samen om elkaar in te dekken in geval van onregelmatigheden of fraude. En oh wee als je je mond niet houdt, want dan volgt direct sociale uitsluiting. Of erger.
Youtubefilmpje met foto's van het Russische platteland anno 1900: 'Portraits of peasants, peasant life' (2018)
Verwante blogs:
Romantische relatie tussen landadel en boeren aan diggelen in Russische Revolutie
Reacties