A- A A+

Als antropoloog wil ik Rusland in het sociale detail tot leven wekken. In deze blog bericht ik tweewekelijks over mijn ervaringen tijdens mijn Russische reizen. Maar ook een nieuwsbericht, publicatie of speciale gebeurtenis uit de Russische geschiedenis kunnen me aanzetten tot reflectie. Bij de blogs vindt u een illustratief YouTube-filmpje.

Is de provinciale Russische elite echt zo apathisch?

Maximov-All-in-the-Past-1889 Maximov (1889) 'Alleen het verleden telt'

Wie kent niet de Drie Zusters (1900) van Tsjechov, dé ‘burgermansschrijver’ van de 19de eeuw? In een niet nader genoemd provinciestadje willen drie zusters van stand niets liever dan naar de bruisende stad Moskou verhuizen. Daar is het immers te doen, daar is het 'echte' leven. Tsjechov maakte hun woonplaats ook wel erg gezapig. Zo zegt een van de personages over de lokale elite: "Zij doen niets anders dan eten, drinken en slapen en dan gaan ze dood... Nieuwe generaties worden geboren, die op hun beurt weer eten, drinken en slapen en die, om van verveling niet helemaal af te stompen, wat variatie in hun leven aanbrengen door walgelijk geroddel, wodka, kaartspel en de hartstocht..." En Tsjechov was niet de eerste: Gontsjarovs Oblomov (1859) ademde dezelfde sfeer uit. "Af en toe wordt iemand, verdoofd van hitte, slaap en veel eten, half wakker, pakt een kom kvas, blaast de vliegen naar één kant, drinkt, en valt weer in slaap." Klopt dit apathische beeld van de Russische provinciale elite uit de literatuur eigenlijk wel? Historicus en Ruslandkenner Orlando Figes denkt er in ieder geval anders over. 

 

Zo schrijft hij in Tragedie van een volk: De Russische Revolutie 1891-1924 (1996) dat de provinciale adel zich eind 19de eeuw juist steeds nadrukkelijker begon te verzetten tegen het toenemende centralisme van de tsaar, die steeds meer grip wilde krijgen op het achterland. Provinciale, hoofdzakelijk adellijke gouverneurs waren tot dan toe 'koning in hun koninkrijk', omdat er onder hen geen staatsambtenarij meer zat die de tsaar naar zijn hand kon zetten. Deze provinciale bestuurders wilden, samen met de boeren, juist meer autonomie, liberale zemstvos, een nationaal parlement en een grondwet. Volgens Figes begon de Russische Revolutie van 1917 dan ook niet in de steden, zoals vaak wordt gedacht, maar in de provincie. Dat we van dit verzet bijna niets bij Tsjechov terugvinden is niet zo gek, want de schrijver wilde naar eigen zeggen zo weinig mogelijk met de actuele politiek te maken hebben. En in deze a-politieke wereld zag hij voornamelijk luierende adel die niet hoefde te werken voor haar geld.

 

En tegenwoordig, zou het er nog steeds zo verveeld zijn? Het provinciale Tomsk in Siberië voldoet daar in ieder geval niet aan, zo weet ik uit eigen waarneming. Als studentenstad heerst er een levendige culturele dynamiek en bij politieke demonstraties is Tomsk steevast van de partij. Poetin herstelde begin 2000 de zogenoemde 'verticale machtsstructuur' weer, waarmee hij een einde maakte aan de kortstondige autonomie van de provinciale gouverneurs. Nu wil hij hen blijkbaar toch weer meer te zeggen geven. Is hij in deze economisch en politiek moeilijke tijden wellicht bang voor een nieuwe provinciale radicale reactie op zijn centralisme, zoals rond 1900? En Tsjechov? Hij blijkt sowieso weinig vertrouwen te hebben gehad in de mensheid, ook niet in die van de grote steden. Zo schreef hij aan zijn zuster Maria: “In Sint-Petersburg heerst de verveling. De mensen zijn geïrriteerd, boosaardig, vals, en buiten wisselen zon en mist elkaar af.” Verveling, eentonigheid en nergens een opvallend of intelligent mens te bekennen. Zou de apathie werkelijk zo overheersend zijn geweest? Of zat het vooral in Tsjechovs perceptie?

 

Verwante blogs:

Vrijmoedige mensen in 'het Parijs van Siberië'

Helden die nooit in de krant komen

Youtubefilmpje over de levendige provinciale studentenstad Tomsk: 'An Englishman in Tomsk' (2019)

(10,26 min)

 

Reacties

 
Er zijn nog geen reacties.
Log in of registreer je als je een reactie wil schrijven.