De Sovjethelden zijn weer opgestaan
Het was een jaar vóór 'de Krim' en ik schrok toen ik opeens een standbeeld van Stalin zag. Maar ik voelde me gek genoeg ook opgelucht dat er niet bijstond: 'De grootste leider van het Russische volk'. Het Moskouse Muzeon, waar ik zijn tweemeter hoge beeld aantrof, vormt onderdeel van de beroemde Tretjakov Galerie en heette in de volksmond lange tijd ‘Begraafplaats zonder doden’. Mijn Russische vriend Nicolaj vroeg me mee en ik keek mijn ogen uit, vooral in de sectie ‘Beelden uit de Sovjettijd’. Daar trof ik niet alleen de beelden van de stoere sovjetarbeider, maar ook van enkele roemruchte politieke figuren aan. Felix Djerzinski, hoofd van de ooit zo gevreesde Tsjeka - voorganger van de KGB - werd net opnieuw opgeknapt. In 1991 trokken kwade Moskovieten hem op het Loebjanka Plein nog woest van zijn sokkel. Nu helpen jonge mensen enthousiast mee aan zijn restauratie.
Hoe komen al deze beelden hier eigenlijk? Alleen al in Moskou werden na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie tienduizenden standbeelden van communistische leiders overbodig. Hetzelfde gebeurde in andere Sovjetrepublieken en in de landen van het Warschaupact. De mensen keerden zich massaal af van de communistische ideologie en wilden de beelden die hen eraan herinnerden uit hun gezichtsveld hebben. Veel werd vernietigd, veel omgesmolten. In 1992 wees de eerste niet-communistische president Jeltsin het Muzeon aan om het resterende materiële Sovjeterfgoed als tastbare herinnering te kunnen vasthouden. Het beeldenpark was toen nog bedoeld om te leren van de Sovjet-verschrikkingen, naast een tentoonstelling van de kunstzinnige uiting van een tijdperk. Alles lag kriskras door elkaar, zonder aanzien des persoons. Zelfs Stalin lag toen nog, afgebroken van zijn sokkel, horizontaal op een paar blokken steen (zie foto). Iedereen voelde zich kennelijk nog vrij er van alles op te kalken. Op het standbeeld van Djerzinski stond bijvoorbeeld: “Weg met de KGB!”. Maar ook wat luchtigers: “Voor Felix van Misja”.
In 1997 was volgens slavist Svetlana Boym in The Future of Nostalgia (2001) alle graffiti verdwenen. En de beelden kwamen allemaal weer rechtop te staan, bij voorkeur op hun oude gerestaureerde sokkel. Bij mijn bezoek las ik bij Stalin op zijn nieuwe sokkel in het cyrillisch: 'Stalin, (Dzjoegasjvili), Josef Vissarionovitsj, 1879-1953; beeldhouwer Merkoelof S.D., 1881-1952, graniet, 1938.' Naar mijn gevoel had er minstens bij moeten staan: ‘Een van de bloedigste despoten uit de Russische geschiedenis’. Maar hoe had ik me in dat geval dan tot Nicolaj moeten verhouden, die hier toen al anders over dacht? Stalin stond nu net zo neutraal tentoongesteld als de noeste arbeider, alsof het om vergelijkbare grootheden ging. De ooit zo gehate Sovjethelden stonden er weer bij alsof ze nooit waren weggeweest. En na de annexatie van de Krim zou dit alleen maar erger worden.
Youtubefilmpje: In het door de Russische staatstelevisie RT geproduceerd nieuwsitem over het Muzeon valt vooral de luchtige toon op: 'Fallen monuments stand tall in park of Soviet-era.' (2012)
Reacties