A- A A+

Het dagelijks leven in Siberië is anders dan elders in Rusland. We kennen allemaal de verhalen over de extreme kou. Maar kennen we ook de verhalen over de extreme hitte? Over Siberië hoorden we vaak vooral vanwege het bannelingensysteem. Maar weten we ook dat talrijke West-Russen hier ooit in volkomen vrijheid zijn komen wonen? En dat ze toen diverse inheemse volkeren aantroffen waarmee ze moesten zien samen te leven? En dat er ook toen al veel Tataren woonden? We kennen wellicht allemaal het verhaal over hun gastvrijheid. Maar hoe zien hun andere sociale kenmerken eruit?    

Is de samenleving in Siberië anders dan in de rest van Rusland? Hebben haar bijzondere geschiedenis en geografische ligging de inwoners van deze regio een speciale Siberische identiteit bezorgd? Historisch is de regio sinds de kolonisering in de 17de eeuw een ware 'meltingpot' van West-Russische pioniers, emigranten uit nabuurlanden, achtergebleven bannelingen, Siberische Tataren en inheemse bevolkingsgroepen. De huidige toestroom van arbeidersmigranten uit vooral China en Centraal Azië maakt deze 'meltingpot' alleen maar diverser.

Deze lezing gaat over de olie-economie en hoe deze de inheemse Siberische plattelandsbevolking beïnvloedt, met als voorbeeld de situatie van de Chanti in de regio Chanti-Mansisk in Noord Siberië. Dit eeuwenoude nomadenvolk verplaatst haar kuddes seizoensgewijs van noord naar zuid en omgekeerd. In de jaren negentig komen er voor de Chanti nieuwe kansen omdat in de regio belangrijke grondstoffen en mineralen worden ontdekt.

Siberië kent diverse universiteiten met een antropologische afdeling. In tegenstelling tot Westerse universiteiten doen antropologen hier hoofdzakelijk onderzoek onder een van de talrijke regionale etnische minderheden. In 1963 werd aan de Staatsuniversiteit van Tomsk - de universiteit die ik het beste ken - het Departement 'Archeologie en Etnografie' opgericht. Het tijdstip was politiek gezien niet toevallig. De socialistische regering wilde meer grip krijgen op de etnische minderheden en stelde daarom een groot aantal antropologen aan. Hun onderzoek had een speciaal karakter: