A- A A+

In Sociale Geschiedenis volgen we de Russen in hun maatschappij en cultuur vanaf 1700 door de eeuwen heen. Voor Rusland's nationale identiteit werden begin 18de eeuw al de omstandigheden geschapen. Peter de Grote brak toen radicaal met oude tradities en stelde het land door zijn hervormingen open voor Westerse invloeden. Daarmee gaf hij ook een aanzet tot de manier waarop Russen later over hun natie en cultuur zouden nadenken en er naar zouden gaan handelen. 

In deze cursus gaan we dieper in op de sociale geschiedenis van de Sovjetperiode. Wie hingen de communistische gedachte aan en wat hield deze in? Wie waren de belangrijkste partijen tijdens de Revolutie van 1917 en in de Burgeroorlog? Hoe ging de landbouwcollectivisatie in zijn werk? Wie waren de slachtoffers van de hongersnood van 1932-33 en waarom? Verder besteden we met behulp van Douglas Smith's 'Verloren Adel' speciale aandacht aan de ondergang van de adel en aan de andere slachtoffers van de Grote Terreur, de Goelag,

Hoe konden gewone, fatsoenlijke mensen in de Sovjet-Unie tot medeplichtigen en passieve omstanders van het schrikbewind van Stalin worden? In deze cursus gaan we dieper in op het leven in de Stalinperiode (1928-1953) en hoe dat de mentaliteit van de sovjetburgers in Rusland beïnvloedde. We doen dit vooral met behulp van het boek De Fluisteraars (2007) van Orlando Figes, de bekende auteur van Natasja's Dans. Via diverse invalshoeken proberen we een antwoord te formuleren op de vraag wat de sociale kenmerken zijn van de overlevers van Stalin.

In Rusland leefden landheren en lijfeigenen tot midden 19de eeuw in een steeds klemmender wordende wurggreep. De landheren hadden lijfeigenen nodig om hun leven als aristocraat te kunnen voeren. De lijfeigenen hadden geen eigen grond en konden zonder landheer geen kant op. Ondanks - of misschien wel dankzij -  deze onderlinge afhankelijkheid hadden beiden een hekel aan de lijfeigenschap. Hoe zag de relatie tussen landheren en lijfeigenen er in 19de eeuws Rusland meer in detail uit?