Het einde van de fossiele brandstof komt eraan, ook in Rusland, een van de grootste olie-exporteurs ter wereld. Dit doet me terugdenken aan de optimistische speelfilm Siberiade (1979), de verbeelding van de eerste Siberische olievondst. Het speelt zich af in de jaren '60, midden in de Sovjettijd. Geld was er in overvloed, vertelde de Moskouse filmregisseur Andrej Kontsjalovski in een interview. Maar de Sovjet-ideologie stelde wel zo haar eisen. Zo moest het over de arbeidersklasse gaan - in dit geval de oliewerkers - en over de Siberische industrialisering die deze olievondst mogelijk zou maken. 'Steden van licht' zouden er verschijnen, zo hield de film ons voor. De grootstedelijke Kontsjalovski voegde daar nog wat stereotypen over Siberiërs aan toe. Hoe zag de ontdekking van Siberische olie er volgens Kontsjalovski uit en in hoeverre lagen film en werkelijkheid uit elkaar? 

 

In het fictieve dorp Jelan - in werkelijkheid Megion - kwamen de oliewerkers uit de armste klasse. Volgens Kontsjalovski hadden ze een eigen dialect en waren ze naïever, goeïger en hiërarchischer dan de mensen in West-Rusland. De mythe van de 'nobele wilde' werd hier toegepast op Siberiërs. In werkelijkheid was menige figurant gevangene of banneling en gratis en onbeperkt beschikbaar. Vóór de olievondst spraken dorpelingen in de film over hun 'vervloekte land...aan het einde van de wereld', dat hoofdzakelijk bestond uit moeras. Zelfs de Tweede Wereldoorlog bleek grotendeels aan hen voorbij te zijn gegaan. Volgens Siberiade werd de eerste olie min of meer bij toeval gevonden. Een van de protagonisten - branieachtig gespeeld door de in Rusland bekende acteur Nikita Mikhalkov - droomde van de modernisering van zijn dorp en wist zijn baas te overtuigen dat er in de Duivelse Manen olie zat. Het ging om een Tarkovski-achtig moeraslandschap dat de bijgelovige dorpelingen angst inboezemde. Als kind gooide hij er ooit een brandende sigaret in en het moeras vatte meteen vlam. Geologen en boormachines gingen aan de slag en aan het einde van de film halen de dorpelingen de olie juichend binnen.

 

De installaties blinken nog steeds in het Siberische landschap. Een NRC-journalist heeft het een decennium geleden over 'een enkel verdwaald stadje', temidden van 'opslagtanks, raffinaderijen, transportpijpleidingen en vlammende affakkelpijpen'. Wie in die verdwaalde stadjes wonen en wat zij ervan vinden interesseert niemand. Één ding is zeker: Siberische dorpen hebben in die meer dan een halve eeuw van alle olieopbrengsten nauwelijks iets meegekregen. Of het moet de immense milieuvervuiling zijn door lekkende  boorputten en olieleidingen. Een Nederlandse Shellopzichter zei nog niet zo lang geleden over een nieuw olieveld, waarvoor Shell samenwerkt met het Russische staatsolie- en gasbedrijf Gazprom: "In West-Europa word je beperkt door regelzucht. Hier is dat anders...: de regels zijn hier veel meer in evenwicht." Maar het Grote Olietijdperk is voorbij, vinden zelfs Shell. Mede door corona is de olievraag over zijn hoogtepunt heen en vanwege de klimaatcrisis keert dit ook niet meer terug. Andere oliemaatschappijen zetten nu de eerste stap richting vergroenen, maar Rusland vertrekt geen spier. Ondertussen wonen de rijke oliebaronnen niet in Siberië, maar in Moskou, Sint-Petersburg of in het buitenland. Hoe erg zouden de dorpelingen het vinden als olie gewoon weer uit hun leven verdwijnt?

 

Verwante blogs: 

De Rus en zijn natuur (juli 2020)

Russische nomaden verliezen Noordpool aan olie én klimaat (maart 2019)

Youtubefilmpje: Engelstalige trailer van Siberiade (1979). 'A small village of Yelan is hidden in the backwoods of Siberia... Many years will have to pass before a new generation ...would build a new life on the rich, fertile land of Siberia.'

(2,21 min.)