De harde lockdown in Rusland is sinds 9 juni voorbij en mensen mogen weer meer naar buiten. Maar wel mét mondmasker en op anderhalve meter afstand. Russen staan bekend om hun intieme huiselijke sfeer, maar hoe zit het eigenlijk met de publieke sfeer? Hoe moeilijk is die anderhalve meter voor hen? Veel westerlingen vinden Russische stedelingen nogal afstandelijk, op het norse af. De publieke sfeer daar wordt niet voor niets ook wel een 'laag-contact-cultuur' genoemd, met zo groot mogelijke afstand tot onbekenden en zo weinig mogelijk fysieke aanrakingen. Niet zo'n probleem dus, zou je zeggen. Toch ligt het iets ingewikkelder. 

 

Midden vorige eeuw kwam het specialisme 'Proxemics' op, de antropologie van sociaal ruimtegebruik, geïntroduceerd door de Amerikaanse wetenschapper Edward T. Hall. Hall wilde weten hoe per land de ideale fysieke afstand wordt ervaren, tot bijvoorbeeld een vreemde waar je mee praat of die in jouw buurt verkeert. Voor Spanje kwamen hij en andere onderzoekers op vijftig en voor Nederland op tachtig cm gewenste afstand. En Russen zouden wel behoefte hebben aan honderdtwintig cm. Dan is die anderhalve meter toch eigenlijk gemakkelijk te doen, zou je zeggen. Maar dat klopt niet helemaal. Voor hen ligt het onderscheid tussen privé en publiek namelijk anders dan bij ons. De algemene regel is: binnenshuis gedraag je je informeel en extravert, buitenshuis formeel en introvert. Buitenshuis bestaat er echter ook een grote informele en extraverte sfeer en soms op heel andere plekken dan bij ons.

 

Wat valt mij als westerling bijvoorbeeld op? In bepaalde horecagelegenheden, sommige uitgaansstraten, de trein, de sauna en bij grote publieksmanifestaties zoeken Russen juist vaker en op korte afstand sociaal contact met onbekenden en raken hen veelvuldig aan. In de Rubinsteinstraat in Sint-Petersburg voelt het in de zomer alsof je in een Zuid-Europese stad bent. De horecastraat lijkt één grote privéruimte en jonge Russen maken er in hun veelal hippe kleding onbekommerd plezier met elkaar. Hetzelfde zie je in de sauna of in de trein. De mensen lopen er ontspannen rond, in de sauna in een handdoek, in de trein in pyjama. En met wildvreemden delen ze vanzelfsprekend eten en drinken. Een ander pregnant voorbeeld vormen de massale publieksmanifestaties, zoals 9 mei op het Rode Plein tijdens de Parade van de Overwinning, of de optochten voor het Onsterfelijk Regiment, beide ter herdenking van de Tweede Wereldoorlog. Bij dit soort manifestaties wordt de ideale honderdtwintig centimeter volledig overboord gegooid.

 

Vanwege corona zijn beide manifestaties nu uitgesteld tot eind juni. Ondanks de grote kans op besmetting zullen vermoedelijk toch veel mensen eraan meedoen. Omdat ze moeten? Omdat ze willen? Ik denk dan aan de parades in de Sovjetperiode waar menigeen, ondanks het verplichte en politieke karakter, toch vaak nostalgisch aan terugdenkt. Honderdduizenden mensen lopen tijdens deze spectaculaire optochten langdurig dicht bij elkaar, schouder aan schouder. Zou het deze keer echt op anderhalve meter gebeuren? Waarschijnlijk nog geen halve. Hoewel Poetins wil dat iedereen komt, raadt de meer voorzichtige Moskouse burgemeester Sobjanin zijn bewoners aan gewoon thuis te blijven en het op de televisie te bekijken. Maar de verleiding weer massale sociale nabijheid te mogen ervaren tijdens een uitbundige publieke ceremoniële sfeer is voor veel Russen waarschijnlijk te groot.

 

Verwante blogs:

Corona brengt Russen weer om de keukentafel

Zit collectivisme Russen 'in het bloed'?

Youtubefilmpje van de optocht voor het Onsterfelijke Regiment op de Dag van de Overwinning in Moskou op 9 mei 2017, met 800.000 deelnemers (Russische staatstelevisie 'Russia Today')

1,10 min)