A- A A+

Als antropoloog wil ik Rusland in het sociale detail tot leven wekken. In deze blog bericht ik tweewekelijks over mijn ervaringen tijdens mijn Russische reizen. Maar ook een nieuwsbericht, publicatie of speciale gebeurtenis uit de Russische geschiedenis kunnen me aanzetten tot reflectie. Bij de blogs vindt u een illustratief YouTube-filmpje.

Waarom zijn Tsjechovs ambtenaren zo miserabel?

Tsjechov-Kardovski-ill.-bij-Kastjanka-1903 Kardovski: ill. bij Tjechovs 'Kastjanka' (1887)

"De rechter van instructie krijgt een salaris van 250 roebel in de maand en voert geen bliksem uit. Het enige wat hij kan is dagenlang in ondergoed door zijn kamer ijsberen. Maar als je hem ernaar vraagt, dan blijkt-ie ervan overtuigd te zijn dat hij zijn werk behoorlijk verricht en eerlijk zijn plicht doet."

 

Vanwege de coronalockdown begon ik aan de zeven delen Tsjechov uit de Russische Bibliotheek, eindelijk eens 'van kaft tot kaft'. Wat me nu het meest verbaast zijn al die armzalige ambtenaren en hun volstrekte gebrek aan ambitie. Daarvoor associeerde ik Tsjechov hoofdzakelijk met wegkwijnende adel zoals in De Kersentuin of met uitzichtloze liefde zoals in De dame met het hondje. Waarom zet hij juist ambtenaren zo miserabel neer? Had dit soms te maken met de maatschappelijke context waarin zij moesten opereren? 

 

Bij Tsjechov (1860-1904) lees ik bijvoorbeeld over meelijwekkende provinciale rechters-van-instructie, over zogeheten college-assessoren en titulair-raden, over inspecteurs-van-politie en gouvernements-secretarissen. Amateurisme, willekeur en despotisme vieren hoogtij, naast het alom aanwezige drankmisbruik. Tsjechovs personages zijn zelden aantrekkelijk maar ambtenaren spannen de kroon. Een "anemisch, aan aambeien lijdend en plomp volkje", zo vat de schrijver ze samen. Deze ambtenarij was het product van Peter de Grote begin 18de eeuw, die toen nog grotendeels uit adel bestond. Vanaf midden 19de eeuw veranderde dat toen een andere tsaar de zogenoemde zemstvo's instelde. Zemstvo's waren provinciale bestuursorganen die volgden op de afschaffing van de lijfeigenschap in 1861. Miljoenen ex-lijfeigenen raakten toen op drift en die moesten allemaal worden bestuurd, liefst zo dicht mogelijk bij hen in de buurt. 

 

De volksarts Tsjechov, met een opa als ex-lijfeigene en een vader als winkelier, behoorde tot de eerste generatie niet-adellijke intelligentsia. In de 19de eeuw sloeg het begrip voornamelijk op mannen van adel met een hoge opleiding, specialistische deskundigheid, een goede pen en met een hoog moreel publiek gezag. Toergenjev en Tolstoj behoorden er bijvoorbeeld toe. Anders dan zijn adellijke collega's schreef Tsjechov verhalen over de klasse waar hij zelf uit voortkwam, de middenklasse. En ambtenaren uit die klasse waren juist volop te vinden in of in de buurt van de zemstvo's. Deze zemstvo's dijden juist toen uit tot een omvangrijk ambtenarenkorps dat tegelijk alles en niets te zeggen had. Alles, omdat in de provincie de hoofdstad vaak ver weg was, de staatscontrole minimaal en ambtenaren dictatoriaal konden regeren omdat ze elkaar de hand boven het hoofd hielden. Niets, omdat het autoritaire regime in Sint-Petersburg hun beslissingen doodeenvoudig kon terugdraaien en ontslag wegens ambtsmisbruik altijd op de loer lag. 

 

Als we Tsjechov mogen geloven wilden veel Russen graag ambtenaar worden. Waarom eigenlijk? Niet voor het salaris, want dat was volgens de schrijver ronduit laag. Maar elke ambtelijke aanstelling ging gepaard met een titel uit de zogeheten Rangentabel* en met reis- en verblijfskostenvergoeding. Eenmaal in het bezit van een titel kon je gemakkelijk een titel hoger opschuiven. Officieel kreeg je die door studie en prestaties, maar officieus vaak door slim gebruik te maken van je sociale netwerk. En corruptie was normaal: iedere ambtenaar van hoog tot laag verwachtte voor een gunst een beloning. Hoe hoger je rang, hoe hoger de beloning. De Rangentabel bleef tot aan de Russische Revolutie bestaan. Tsjechov beargumenteerde dat de mens beter zal worden als je toont hoe hij is. Kijken we echter naar de ambtenaren van nu dan zien we vaak nog hetzelfde patroon: amateurisme, willekeur en despotisme.

 

Verwante blogs:

Russische bureaucratie leidt tot conformisme (juli 2019)

Het postkantoor als laatste Sovjetbastion (nov 2016)

Youtubefilmpje: Verzamelde verhalen 5 - Anton Tsjechov (Tom Eekman, Aai Prins en Anne Stoffel) (NRC Leest, afl. 51, 2020)

(5,51 min)

*Rangentabel van Peter de Grote (vanaf 1722)

 

Reacties

 
Er zijn nog geen reacties.
Log in of registreer je als je een reactie wil schrijven.