"Moskou is gelukkig ver weg", hoor ik altijd als ik in het Siberische Tomsk ben. Met andere woorden: hier kunnen dingen wél, want het regeringscentrum zo'n vierduizend kilometer verderop let niet zo op ons. Rusland is niet alleen het grootste land ter wereld, met een oppervlakte vierhonderd keer Nederland, maar ook het land met een voortdurend veranderend grondgebied. Zo was de hoofdstad lang geleden het Oekraïense Kiev, toen Moskou, vervolgens Sint-Petersburg en nu weer Moskou. Ook de landsgrenzen verplaatsen zich aanhoudend door nieuwe veroveringen en annexaties. Bovendien zijn grote delen van het land onbewoond, ondanks aanlokkelijke financiële aanbiedingen en talrijke volkerendeportaties. Wat doet dit allemaal met haar inwoners, de Russen?

 

De mensen krijgen al eeuwenlang te horen dat elk moment de oorlog kan uitbreken. Als iemand je hiervan weet te overtuigen is het de Amerikaanse historicus Robert Massie wel, in zijn Peter de Grote: Een biografie (2014). De moderne, megalomane en soms zeer wrede tsaar (1672-1725) wilde vooral één ding: van zijn land een grootmacht maken. En hij stelde één voorwaarde: heel veel oorlogvoeren. Hij deed dit met zo’n overgave dat het andere deel van zijn grootmachtplannen, grootschalige binnenlandse hervorming, op de tweede plaats kwam. Bovendien kostte zijn manier van oorlogvoeren onnoemelijk veel geld en mankracht. Elke landheer diende een vast percentage van zijn lijfeigenen als militair aan te leveren en elke boerenlijfeigene - elke 'ziel' zoals het toen heette - moest 'zielenbelasting' betalen (denk aan Gogols beroemde Dode Zielen). De adel kwam geheel en al in staatsdienst en de meeste edellieden waren in die functie voortdurend op oorlogspad. Bij succes kregen ze een deel van de nieuwverworven gebieden als tegenprestatie. 'Staatsgevaarlijke' mensen werden gedeporteerd naar het verre Siberië of naar het geannexeerde Wolgagebied. Opeen gingen ook meer dan honderd verschillende etnische groepen tot Rusland behoren.

 

Maar dat alles keerde zich ook tegen de tsaar. De adel zocht manieren om niet in het gehate leger, maar bijvoorbeeld als hofdienaar of regeringsambtenaar te mogen dienen. De boeren kwamen in opstand tegen de te hoge belastingen. Vooral de latere Catharina de Grote (1729-1796) heeft dit geweten. Volgens een brief aan haar vaste correspondent, de Franse filosoof Voltaire, werden de nieuwe gebieden vooral bevolkt door ‘nietsnutten’. De succesvolle boerenopstanden van de kozakkenleider Poegatsjov startten niet voor niets in het Wolgagebied. Begin 20ste eeuw kwam de spoorlijn tot stand die Moskou met het uiterst oostelijk gelegen Vladivostok verbond, de huidige Transsiberië Express. Migreren in eigen land - zemleprokodtsi, letterlijk landdoorkruisers - werd daardoor nog aantrekkelijker. Het aantal gedeporteerden richting Siberië steeg tegelijkertijd exponentieel. Binnen het huidige grondgebied zijn de mensen nu zo divers van afkomst, dat ze vaak denken dat ze niet bij elkaar horen. In het licht van deze geschiedenis wordt de nationalistische staatspolitiek wel wat begrijpelijker. De vraag "Wat is Russisch en hoor ik daarbij?" is in dit immense land voor menige Rus nog steeds urgent.

 

Verwante blogs: 

Ongetemd leven in een precaire omgeving

Waarom lijden Russen zoveel meer dan wij?

Youtubefilmpe over Massie's werk, waaronder Peter de Grote: 'Author Spotlight: Robert K. Massie' (2016)

(16,5 min)