Nu ik zelf voor de klas sta om voor het eerst met behulp van mijn Russisch Nederlandse taalles te geven aan Oekraïense vluchtelingen, moet ik terugdenken aan Tolstoj, midden 19de eeuw. Hij, uniek in zijn soort, ging toen les geven aan de kinderen van zijn eigen boerenlijfeigenen. Graaf Lev Tolstoj (1828-1910), van oud-Russische adel, zag onderwijs als dé manier om de Russische boeren uit de misère te halen. Vanaf zijn 15de droeg hij een medaillon met een portretje van de Franse filosoof Rousseau om zijn hals. Vooral diens Emile of Over de opvoeding wakkerde zijn belangstelling voor het onderwijs aan. Op zijn immense landgoed Jasnaja Poljana begon hij op zijn 21ste een schooltje met twintig leerlingen en breidde het met assistent-onderwijzers verder uit. Voor inspiratie reisde hij naar Duitse, Engelse, Franse, Belgische en Italiaanse scholen. Hoe liep dit af?

Het eerste schooltje heeft niet lang bestaan, hooguit een jaar. Tien jaar later stichtte hij weer een schooltje, totdat hij in 1863 zelf een gezin kreeg. In die tijd publiceerde hij zijn onderwijservaringen in een eigen tijdschrift, onder de titel Jasnaja Poljana. In een brief aan een vriendin omschreef hij een deel van het curriculum aldus: "Eens per week plantkunde en we gaan dan naar het bos op zoek naar bloemen, grassoorten en paddenstoelen. Vier keer per week zangles, zes keer tekenles. Het gaat heel goed." In 1878 opende hij voor de derde keer een schooltje en zette toen een goed verkochte leergang op voor het leesonderwijs, Novaja Azboeka. Wat Tolstoj volgens zijn biograaf A.W. Wilson in Tolstoy (1988) eerst en vooral wilde was één worden met zijn leerlingen. Hij vertelde graag over zijn droom een gewone boer te zijn en in een boerenhutje te wonen. In 1910 besloot hij zijn landgoed, zijn gezin en het schooltje voorgoed te verlaten en pakte de trein. Maar docent bleef hij tot de laatste snik. Samen met de boeren reisde hij derde klas en gaf daar toen nog vol begeestering onderwijs aan een medepassagier. Kort daarna overleed hij in een stationsherberg aan een longontsteking.

Vooral na de afschaffing van de lijfeigenschap in 1861 wilden steeds meer bemiddelde Russen gratis les gaan geven aan de boeren. In 1874 verlieten duizenden studenten hun collegezalen om 'tot het volk te gaan', zoals dat toen heette. Ivan Toergenjev (1818-1883) beschreef in Nieuwe Gronden (1876) hoe de adellijke Marianna vol idealisme onderwijs wilde geven op een zojuist opgericht fabrieksschooltje. Marianna leek op Tolstoj: "Ik ben eigenlijk van adel, maar wil dat allemaal loslaten en worden als alle eenvoudige vrouwen." Van het onderwijs kwam weinig terecht, omdat het idealisme van de onderwijzers niet aansloot bij de behoeften van de boeren. Veel onderwijzers maakten voor het eerst kennis met boeren en wilden met hen vooral politieke propaganda bedrijven tegen de autocratische tsaar. Maar de boeren wilden volgens Wilson eerst en vooral praktische kennis opdoen, zoals het kunnen lezen van een landkaart en straatnaamborden, zodat ze een beter idee kregen waar ze elders in Rusland wél de kost zouden kunnen verdienen. Tolstoj kende zijn eigen boeren wel, maar altijd van een afstand. Zijn leermethode was echter te vooruitstrevend, omdat deze volledig uitging van de expressie van het kind. Zodra hij er zijn handen vanaf trok, hield ook zijn derde school op te bestaan.

 

Verwante blogs:

Berouw van Russische adel was te weinig en kwam te laat (nov 2019)

Wie was Ruslands echte 'nobele wilde'? (dec 2016)

Youtubefilmpje: 'Leo Tolstoy - on film' (2013)

(2,22')