Met bijna iedereen wist hij bevriend te blijven, ook als ze het oneens werden. In zijn laatste aantekeningen klonk wel de wanhoop door: "Hoe lang heb ik nog de lust de tegenpartij te ontmoeten? Hoe lang ben ik nog in staat, zonder mijn principes te verloochenen, geen persoonlijke zaak te maken van onze meningsverschillen?" Waarom wil ik over de Russische aristocraat Alexander Herzen (1812-1870) schrijven? Er is moed voor nodig om tegen de stroom in te gaan. En misschien zelfs meer moed om op basis van goede argumenten van standpunt te veranderen. Herzen deed beide en om beide bewonder ik hem. Maar deed hij, achteraf gezien, er goed aan op zijn eerdere mening terug te komen? 

 

Nicolaas I voerde na zijn troonsbestijging in 1825 een uiterst autoritair bewind. Herzen kon het niet langer verdragen en vertrok in 1847 voorgoed naar het buitenland. Zijn geboorteland bleef hij echter zijn hele leven toegedaan, om de "onschatbare krachten van het Russische karakter, waardoor ons geloof in de toekomst van Rusland niet aan het wankelen is te krijgen". Tegelijkertijd zag hij ook de "verstikkende leegte en stilte van het Russische leven" en ergerde zich van hoog tot laag aan het excessieve drinkgedrag van zijn landgenoten, hun "apathische levensstijl", hun corruptie, aan de autoritaire en bureaucratische overheidsdienaren en aan de immense kloof tussen arm en rijk.

 

Aanvankelijk, toen hij nog in Rusland woonde, liet hij zich vooral inspireren door het Westen: "Wij hebben Europa nodig als ideaal, verwijt, als heilzaam voorbeeld. Bestond het als zodanig niet, dan zou het moeten worden uitgevonden." Na de mislukte revoluties van 1848 keerde hij zich echter van het Westen af en richtte zich op het "typisch Russische", op het "volkssocialisme". En hij steunde een van zijn niet vanzelfsprekende vrienden Bakoenin, anarchist van het eerste uur en de eerste Russische vertaler van Het Communistisch Manifest. Tegelijkertijd stond hij sceptisch tegenover elke socialistische beweging, van welke snit dan ook. Wellicht vanwege die dubbele kwaliteit had hij van al zijn generatiegenoten de meeste invloed op de Russische samenleving. Vooral op de zogeheten Narodniki, jonge revolutionaire adellijke critici die aan het einde van de 19de eeuw nogal luidruchtig en soms zelfs gewelddadig van zich lieten horen. 

 

Als zelfverkozen banneling verbleef hij eerst in Engeland en richtte in Londen De Vrije Russische Drukkerij op. Vandaar begon hij illegaal geschriften naar Rusland te smokkelen. Het bekendst is zijn tijdschrift Kolokol, De Klok. De oplage was in 1863 uitzonderlijk hoog, met zo’n 2500 exemplaren. Daarna zakte het aantal snel terug, wellicht vanwege de afnemende repressie van Alexander II, die vanaf 1855 op de Russische troon zat en de zo gehate lijfeigenschap afschafte. Ook publiceerde hij de memoires van de Dekabristen, de adellijke opstandelingen uit 1825, die de Russische elite gretig placht te lezen. Uit zijn eigen memoires Feiten en Gedachten vernemen we dat hij zich vooral een eenling voelde, een eeuwige emigrant tegen wil en dank. Achteraf gezien had hij beter bij zijn westers standpunt kunnen blijven: een aantal door hem geïnspireerde maar teleurgestelde Narodniki zou 'tsaar-bevrijder' Alexander II vermoorden dan wel marxist worden.  

 

Youtubefilmpje met Isajah Berlin over Alexander Herzen: 'His Opinions and Character'. Deel 1 van zijn collegereeks 'Alexander Herzen, philosopher and founder of Russia's first free press (1955)' 

 (9,03 min.)